De uitgebreide 123\SmartBMS Victron softwarebediening zorgt voor een goed batterijbeheer. Van eenvoudige installaties tot meerdere banken en uitzonderingen, het is allemaal mogelijk.
Iedere aangesloten 123\SmartBMS USB verschijnt als een aparte instance in de Victron console. Als u bijvoorbeeld twee accubanken heeft – elk met hun eigen 123\SmartBMS- en USB-kabel – verschijnen beide exemplaren in de apparatenlijst in de console.
Naast elke BMS-instantie verschijnt er altijd een extra instantie met de naam “123\SmartBMS Manager”. Deze manager neemt de BMS-waarden van meerdere banken en combineert deze in één grote batterij.
Combineren van meerdere accubanken #
Het is mogelijk om meerdere batterijbanken te combineren, zolang de banken maar evenveel cellen in serie hebben. Elke accubank heeft zijn eigen BMS nodig, aangesloten via USB.
Wanneer de Victron meerdere accubanken heeft aangesloten, meer specifiek meerdere banken met verschillende aantallen cellen in serie, dan zal de Manager de accu-informatie gebruiken van de accu met de meeste cellen in serie. De Beheerder sluit alle overige banken uit.
Sluit een BMS uit #
Het is eenvoudig om een BMS handmatig uit te sluiten. Bijvoorbeeld omdat je alleen een accubank wilt monitoren. De Beheerder dient deze accubank dan niet mee te nemen. Om een aangesloten batterij uit te sluiten, geeft u deze een naam die begint met een asterisk (*). U kunt de naam wijzigen door naar de Victron-console (op afstand) te gaan. Selecteer het 123\SmartBMS-exemplaar->Apparaat en selecteer de Naam. Verander de naam in iets dat begint met een asterisk (*). De Manager zal deze batterij nu uitsluiten.
Operationele limieten van de batterij #
De Manager berekent de operationele limieten van de batterij (BOL). U kunt de berekende limieten bekijken via 123\SmartBMS Manager->Parameters. BOL bevat de volgende parameters: laadspanningslimiet (CVL), laadstroomlimiet (CCL) en ontlaadstroomlimiet (DCL).
Tijdens het opladen houdt de software voortdurend de hoogste celspanning bij. Wanneer de hoogste cel iets boven de Vfull/Vbalance-waarde komt, wordt de CVL elke seconde bijgewerkt, waarbij wordt geprobeerd de hoogste celspanning onder Vmax te houden.
Wanneer alle beheerde batterijen vol zijn, verlaagt het algoritme de CVL nog verder. Dit verlengt de levensduur van de batterij en voorkomt dat het BMS energie verspilt tijdens het balanceren. De volgende dag is de CVL weer op de oorspronkelijke waarde, zodat de accu weer volledig kan worden opgeladen en in balans kan worden gebracht met de zonne-energie van de nieuwe dag. Ook wanneer er een disbalans tussen de cellen wordt gedetecteerd van 40mV of meer, zal de CVL teruggaan naar de oorspronkelijke waarde.
De DCL-waarde is gebaseerd op de SoC. Beneden een bepaalde SoC-waarde verlaagt het algoritme de DCL. Hoe lager de SoC, hoe lager de DCL. Wanneer een van de cellen dicht bij Vmin komt, zal het algoritme de CVL nog verder verlagen, in een poging de laagste cel boven Vmin te houden. De DCL wordt langzaam weer verhoogd wanneer de laagste cel weer op een acceptabele waarde is.